EHBOMMB

EHBOMMB Eerste Hulp bij Onverwacht Mooie Momenten op Bivak

Methodieken+

In deze bundel staan methodieken waar je geen speciaal materiaal voor nodig hebt. We hebben echter ook onze Methodieken+- koffer. Daar zitten zeven methodieken in: één voor elke afdeling en één voor de leiding.

Je kunt ze gratis en voor niets ontlenen bij de Chiro. Je kunt ze allemaal samen bestellen of een methodiek voor jouw afdeling afzonderlijk. Kijk voor het aanbod op chiro.be/spiritkoffer. Haast je! In de bivakperiode is er veel vraag naar!

Inhoud

os ➔ Ribbels – de Paarse Do os Do e Gel de – ub elcl Spe ➔ chine ma om ➔ Rakwi’s – de Dro trip uw Da ➔ Tito’s – ➔ Keti’s – Fakeboek ➔ Aspi’s – Engel of duivel op bivak ➔ Tips voor een bezinning ra’s en ext

Het kamp is een van de m eest intense mom enten in het C hirojaar.

Het is een m oment waar je als lid en leiding naar uitkijkt en d a t garant staat voor ee n pak mooie , vaak onverwachte momenten d ie je nooit meer vergee t.

Zo’n kippenv elmomenten wil je wel eens vastho uden. Spoor Ze S vult die momente n voor je in o p een eigentijdse en speelse m a nier: helemaal Ch iro dus. Voo r deze methodieken h eb je géén u it zonderlijk materiaal no dig. Je vindt alles in je materiaalko t.

Geniet ervan !

ribbels - de Paarse doos Duur

20 min (per avond)

Plaats

Binnen en buiten

Materiaal

Een doos met daarin een spiegel, een pleister (in het groot in karton), een knuffel, een lichtgevend sterretje of een zaklamp, een touw, een pauwenveer (echt of getekend op karton).

Inleiding

De doos is een avondritueel voor de jongste afdelingen. Ze gaat elke avond op kamp open en er komen een aantal zaken uit. Elk voorwerp heeft een bepaalde betekenis. ➔ Spiegel: ik kijk in de spiegel en zie hoe ik me voel vandaag: blij/boos/bang/verdrietig/... ➔ Pleister: ik had pijn vandaag want ... (zowel fysieke pijn als verdriet, ruzie, enz.) ➔ Een knuffel: dit kindje verdient een knuffel ➔ Een sterretje of zaklamp: licht in het donker, ik ben een beetje bang voor... ➔ Een pauwenveer: ik ben trots op... ➔ Touw: samenwerken

Voorbereiding

Bereid elke avond kort voor wie welk voorwerpje krijgt die dag. Zorg dat iedereen aan bod komt in de loop van de week.

Uitleg

➔ Eén van de leid(st)ers loopt rond met een belletje in de hand. Als de ribbels het belletje horen, moeten ze achter de leid(st)er gaan lopen. ➔ Ga samen naar een plaats waar het rustig is: een hoekje van het kampterrein, een stille tent, een binnenplaats waar je een hoekje kunt inpalmen of een stukje van de slaapkamer. ➔ Wanneer iedereen stil en rustig is, komt de doos in het midden van de kring te staan. De leiding vertelt dat het een heel speciale doos is. Elke dag kiezen de voorwerpen een kindje bij wie ze vinden dat ze die dag het beste passen. Zo kiest de pauwenveer het kindje op wie ze die dag het meest trots zijn, de pleister kiest een kindje dat zich vandaag een beetje pijn deed, de knuffel gaat naar iemand die een knuffel kan gebruiken, de spiegel kiest een kindje dat kan vertellen hoe het zich voelde vandaag, enz. ➔ Je kunt er zelf iets bij vertellen of dat overlaten aan de kinderen. Niet alle kinderen zijn talig sterk, sommigen kunnen wel wat hulp gebruiken. Spreek af dat de rest luistert wanneer er iemand aan het woord is. ➔ Leg alle voorwerpjes terug in de doos en sluit het ritueeltje af door het belletje te laten horen en de kinderen zo te begeleiden naar hun slaapkamer.

Speelclub – de Gele Doos Duur

20 min per avond

Plaats

Binnen en buiten

Materiaal

Een doos met daarin: een spiegel, een pleister (in het groot in karton), een knuffel, een sterretje of een lichtje, een touw, een pauwenveer (of getekend op karton), een mond (getekend op karton), wasknijper, dikke duim (uit klei of op karton uitgeknipt), steentjes verguld met goud voor elk lid één.

Inleiding

De doos is een avondritueel voor de jongste afdelingen. De doos gaat elke avond op kamp open en er komen een aantal zaken uit. Elk voorwerp heeft een bepaalde betekenis: ➔ Spiegel: ik kijk in de spiegel en zie hoe ik me voel vandaag: blij/boos/bang/verdrietig/... ➔ Pleister: ik had pijn vandaag want ... (zowel fysieke pijn als verdriet, ruzie, enz.) ➔ Een knuffel: dit kindje verdient een knuffel ➔ Een sterretje of zaklamp: licht in het donker, ik ben een beetje bang voor... ➔ Een pauwenveer: ik ben trots op... ➔ Touw: samenwerken ➔ Een mond: ik zeg iets goed over een ander kind ➔ Bordje help?!: hier heb ik een probleempje en ik weet niet zo goed hoe ik het moet oplossen, misschien kunnen de anderen helpen ➔ Een wasknijper: om goeie dingen mee op te hangen

Voorbereiding

Bereid elke avond kort voor wie welk voorwerpje krijgt die dag. Zorg dat iedereen aan bod komt in de loop van de week.

Speelclub – de Gele Doos Uitleg

➔ Eén van de leid(st)ers loopt rond met een belletje in de hand. Als de ribbels het belletje horen, moeten ze achter de leid(st)er gaan lopen. ➔ Ga samen naar een plaats waar het rustig is: een hoekje van het kampterrein, een stille tent, een binnenplaats waar je een hoekje kunt inpalmen of een stukje van de slaapkamer. ➔ Wanneer iedereen stil en rustig is, komt de doos in het midden van de kring te staan. De leiding vertelt dat dit een heel speciale doos is. Elke dag kiezen de voorwerpen een kindje bij wie ze vinden dat ze die dag het beste passen. Zo kiest de pauwenveer het kindje op wie ze die dag het meest trots zijn, de pleister kiest een kindje dat zich vandaag een beetje pijn deed, de knuffel gaat naar iemand die een knuffel kan gebruiken, de spiegel kiest een kindje dat kan vertellen hoe het zich voelde vandaag, enz. ➔ Wanneer de leiding de voorwerpen uitgedeeld heeft, mag elk kind dat er een heeft er iets over vertellen en het daarna doorgeven aan een ander kind. ➔ Leg elke dag verschillende voorwerpjes in de doos zodat er variatie is. Ze mogen wel meer dan eens ingezet worden. ➔ De avond voor de voorlaatste dag van het kamp geef je de kinderen de opdracht op zoek te gaan naar een eigen voorwerpje in de natuur of op het kampterrein. Ze krijgen daar een dag de tijd voor. Het voorwerpje moet iets vertellen over hun dag. ’s Avonds vertellen ze er iets over en leggen het daarna in de lege doos. ➔ De dag nadien zijn alle voorwerpen veranderd in een klompje speelclubgoud (een steentje dat bespoten is met goudverf ). Je lijkt als leiding heel verbaasd. Je wist wel dat de doos dingen kon veranderen in goud, maar dat is alleen als de speelclubbers écht hele goeie vrienden zijn voor elkaar.

rakwi’s-de Droommachine Duur

20 min voor de aankondiging van de droom

Plaats

Ergens waar alleen rakwi’s komen

Materiaal

Een droommachine (zie beschrijving hieronder) Droombrieven voor elke rakwi Een handleiding bij de droommachine (hoe werkt de machine) in het groot op een flap Groene jetons met de naam van de rakwi’s erop Zaklampen voor elke rakwi

Inleiding

De droommachine is een grote, vreemde, groene machine die op een avond op kamp verschijnt. Ze ziet er eigenaardig uit: er zitten buizen uit en in, je kunt op knopjes drukken, er hangen fietspompen aan, enz. Gebruik hiervoor een grote kartonnen doos (licht) of een constructie met palletten (zwaar).

De droommachine kiest elke avond een aantal rakwi’s voor wie de droom in vervulling kan gaan.

Voorbereiding

Maak de droommachine voor je op bivak gaat, maar zorg wel dat niemand ze ziet voor de bewuste avond.

Bij de inschrijving voor het kamp vraag je elke rakwi na te denken over een droom. Ze moeten die in een speciale droombrief zetten en vóór het bivak bezorgen aan de leiding.

rakwi’s-de Droommachine Uitleg

Laat de droommachine elke avond op een andere plaats verschijnen, als afsluiter. Vraag iemand van de koks of vb’s om met een vervormde stem de droommachine tot leven te brengen.

Iedere avond, wanneer de leiding een teken geeft, mogen de rakwi’s op zoek naar de droommachine. Ze bevindt zich altijd ergens op het kampterrein. Je kunt natuurlijk ook één keer de droommachine op een speciale plaats in het bos zetten, dat maakt het extra spannend voor de rakwi’s.

De rakwi’s hebben hun zaklampen nodig, want meestal staat de droommachine in een donkere hoek. Door te pompen aan de fietspomp kun je de machine leven inblazen. Dan maakt ze allerlei vreemde geluiden en begint ze te spreken. Ze vraagt de rakwi’s hoe de dag was en komt terug op een aantal zaken die beter kunnen of zaken die echt goed waren. Bespreek daarom vooraf met de rakwi’s wat ze willen vertellen over hun dag aan de droommachine en wie dat gaat doen. Wissel af! De machine is soms streng, maar meestal tevreden. Als beloning zegt de machine dat de droom van één of meer rakwi’s zal uitkomen. De machine vertelt over die dromen en hoe ze denkt die te verwezenlijken. De namen van de dromers komen op een jeton uit de machine. Je kunt de machine ook stoom laten blazen, bellen laten blazen of groene wolken doen uitspuwen. Laat je creativiteit de vrije loop!

Je zult de dromen ongetwijfeld anders moeten invullen dan ze op de droombrief staan. Maak er een uitdaging van: een zelfgesjord pretpark, een bubbelbad met fietspompen, een waterglijbaan of een glijbaan in de slaapkamer, je vindt er wel iets op! Die dromen hoeven niet nog eens bij je andere activiteiten te komen: verwerk ze in je activiteiten! Werk voor bepaalde dromen ook samen met andere afdelingen: sjorren zullen de keti’s met plezier doen als ze het pretpark ook eens mogen gebruiken.

tito’s-Dauwtrip Duur

30 min tot 2 uur

Plaats

Buiten (bos)

Materiaal

Een notaboekje voor elke tito, pennen, papier, wc-rolletjes, blinddoeken, klei, gedicht afgeprint, enz.

Inleiding

Met deze dauwtrip nemen we je mee door de seizoenen. Je kunt elk deeltje afzonderlijk doen, maar ze vormen samen ook een geheel. We gaan dieper in op wakker worden en veranderen, zowel in de natuur als bij jezelf.

Voorbereiding

Stippel een route uit voor je tocht. Als je de hele dauwtrip doet, heb je vier stopplaatsen nodig, waarvan eentje in een bos en eentje op een plek waar je ver kunt kijken. De andere plekken maken weinig uit maar natuurgebied is natuurlijk aangenamer dan asfalt.

Tip: Je krijgt het grootste effect als de dauwtrip in stilte gebeurt: van het opstaan tot het terugkeren op de kampplaats. Het is een uitdaging voor tito’s maar wel écht de moeite waard.

Voer deze dauwtrip uit in het begin van je kamp, dan zijn de tito’s nog fris. Zorg ook dat ze de dag voordien geen grote inspanningen gedaan hebben (zoals een vlottentocht) en dat ze vroeg naar bed gaan. Let er die avond speciaal op dat ze snel stil zijn. Vertel hen net voor het slapengaan dat jullie morgen op dauwtrip gaan en dat ze dus vroeg moeten opstaan.

Vertrek een halfuur voor zonsopgang (begin juli: om 5.30 uur; begin augustus: 6 uur) en zorg dat je niet langer dan een kwartier moet stappen naar de eerste halte. Op natuurenbos.be kun je vinden hoe laat de zon precies opgaat.

tito’s-Dauwtrip Uitleg

LENTE

Ga met de groep op een rustig plekje zitten. Dat kan per twee, rug aan rug, tegen een boom, enz. Iemand van de leiding leest het volgende tekstje voor. Je kunt zelf nog iets toevoegen en veranderen aan de tekst.

“Na een lange winterslaap wordt alles weer wakker. De bloemen steken hun kopjes boven en de dieren beginnen hun nest te bouwen. De dagen worden langer en de zon begint te schijnen en mensen blijven wat langer buiten. Niet alleen de lente ontwaakt, elke morgen opnieuw moet alles en iedereen wakker worden van de nacht. En dat gebeurt niet altijd in stilte...”

Geef dan de opdracht aan de tito’s om te luisteren hoe de omgeving wakker wordt. Welke geluiden horen thuis in de natuur, welke niet? Laat hen dat neerschrijven in hun notaboekje.

Geef nu de tito’s elk een specifieke opdracht: luisteren naar de geluiden die thuishoren in de natuur, naar geluiden die er niet thuishoren, naar zachte geluiden, naar geluiden op de voorgrond, enz. Ze schrijven de antwoorden neer in hun notaboekje.

Geef hen dan de opdracht om hun andere zintuigen te gebruiken. Hoe ruikt het hier? Wat zie je hier en wat niet? Wat voel je: kriebelend gras, een mier op je been? Enz. Opnieuw schrijven ze hun antwoorden in het notaboekje.

ZOMER

“Op 21 juni wordt het zomer. Wat is er leuker dat jezelf te laten opwarmen door de zon? De zomer is genieten. Je ligt in het gras, samen met je vrienden. Wie zijn jouw vrienden? Weet je wat hun diepste geheimen zijn? Of waar ze het meest trots op zijn? En weten zij dat van jou?”

Start een schrijfgesprek. Zorg vooraf dat er in het boekje een aantal vragen staan die hun medetito’s voor hen kunnen beantwoorden. Wat zie je me later worden? Noem eens een sterk punt van me op. Waar ben ik echt goed in?

Waarom ben jij graag bij mij? Een aantal vragen mogen terugkomen. Geef de notaboekjes door in de groep. Wanneer een vraag beantwoord is, slaan ze de bladzijde om. Zo blijft wat geschreven is, echt alleen voor de eigenaar van het boekje. Wanneer iedereen bij elkaar iets geschreven heeft (of bij een groot aantal), geef je de boekjes terug aan de juiste personen. Geef hen even de tijd om de antwoorden te lezen. Kom eventueel ’s avonds terug op de vragen: willen sommige tito’s hierover iets zeggen of vragen?

tito’s-Dauwtrip HERFST

“Het kleuren van de natuur, de laatste bedrijvigheid voor er weer een stille periode aanbreekt. Tijdens de herfst verandert de omgeving een beetje. Elke boom kiest zijn eigen kleuren, en zijn eigen vruchten, elk jaar opnieuw.”

Bij deze activiteit mag je wel praten, maar alleen als je zelf aan de beurt bent.

Geef elke tito een wc-rolletje. Daar bekijken we de wereld door. Laat iemand beschrijven wat hij of zij ziet. De anderen kijken door hun rolletje en zoeken net zolang tot ze hetzelfde zien. Dan steken ze hun hand op. De leiding kiest wie als volgende aan de beurt is.

Laat de tito’s nu allemaal in dezelfde richting of naar hetzelfde punt kijken. Laat hen tekenen wat ze zien. Ze mogen hierbij hun fantasie gebruiken.

Laat de tito’s beschrijven hoe dat plekje er zal uitzien over vijftig jaar. Laat hen dat neerschrijven in hun notaboekje.

WINTER

“Een boom denkt niet in dagen. Voor hem is de winter de nacht. Voor een mens duurt de winter lang, maar er gebeurt nog wel wat: mensen vertellen elkaar verhalen. Hele oude verhalen uit de tijd dat de bomen nog boompjes waren.”

Geef al je leden een beetje klei. Laat hen daarna elk een boom kiezen die hen aanspreekt en daar een gezichtje voor maken. Je kunt dit afsluiten door de leden het levensverhaal van de boom te laten vertellen.

keti’s-Fakeboek Duur

Verschillende momentjes tijdens het kamp

Plaats

Een plaats waar alleen de keti’s komen (of toch zeker niet te veel andere mensen)

Materiaal

➔ Digitaal fototoestel, computer en printer ➔ Karton ➔ Rolletjes papier (bv: kassarolletjes of opgerold doormidden gesneden A4-papier) ➔ Stiften, touw en plakband. ➔ Al geprinte foto’s van in de loop van het jaar ➔ Stickervellen ➔ Enveloppen

Inleiding

Deze methodiek kun je gebruiken als reflectiemoment in de loop van het bivak. Aanvankelijk is het vooral gewoon leuk, maar je kunt er ook serieuzere momenten mee aanpakken. Gaat het goed in de groep? Wie voelt zich wat minder? Wil je iets kwijt?

Voorbereiding

➔ Fakeboeks: Voor iedereen is een stuk karton uitgesneden en blauw geschilderd met het fakeboeklogo erop. Aan het stuk karton hangen een rolletje papier en een touwtje met een stift aan. Dat geheel is ieders persoonlijke fakeboekprofiel! De leiding heeft van iedereen een fotootje afgeprint dat je als profielfoto gebruikt. ➔ Stickervellen voorbereiden ➔ Polls voorbereiden (voor iedereen minstens één) ➔ Een foto van elke keti

keti’s-Fakeboek Uitleg

De eerste dag vult iedereen zijn of haar profiel in op een witte sticker (Naam (kan al geprint zijn) Studeert aan.../Werkt bij..., Woont in ..., Heeft een relatie met..., enz.) en kleeft die op zijn of haar fakeboekprofiel.

De leiding maakte ook een fakeboekgroep aan: de KETI’S. Iedereen moet op die pagina beschrijven waarom hij of zij volgens hen lid mag worden. De leiding kan je dan accepteren of niet. Doe je je best niet of vraag je geen lidmaatschap aan, dan zul je in de loop van het kamp geen berichten van de groep krijgen, dus iedereen moet lid worden! Verschijnt er een bericht op de groep, dan kleeft de leiding een sticker “KETI’S plaatste een bericht” zodat iedereen weet dat er een nieuw bericht verschenen is.

Vanaf nu kun je boodschappen op elkaars Fakeboek-profiel schrijven. Iedereen krijgt een blad met vooraf geprinte stickers: “Like”, “je werd getagd bij ...” (in te vullen op welke pagina werd getagd), “je werd vermeld bij ...” (in te vullen), enz. Er is ook ruimte voor persoonlijke berichten. Plak hiervoor een envelop op de profielen.

POLLS

Op de fakeboekgroep hou je minstens een keer per dag een poll. Om de statistieken te maken, teken je naast ieder mogelijk antwoord een balk verdeeld in vakjes. Wie wil antwoorden, kleurt 1 vakje van een balk in: zo krijgen de grafieken vorm. Elke keer dat je een nieuwe houdt, kleef je bij iedereen “KETI’S plaatste een poll”. Dat kan over uiteenlopende dingen gaan. Wat vond je van het spel vandaag? Wie verdient een bloemetje? Enz. EVENEMENTEN

Hou ook de evenementen bij: de spelen die al aangekondigd zijn, kampvuuravond, enz. Via de fakeboekgroep kun je de keti’s ook uitnodigen voor bepaalde spelen.

CADEAUS

Je kunt elkaar presentjes sturen: een boeketje veldbloemen, een ketting van madeliefjes of een knuffelbeertje – zolang het maar op de fakeboekprofielen blijft hangen. Je kunt hiervoor onderaan in het karton gaatjes maken en er touwtjes aan hangen.

Extra

Stuur een maand na het kamp een paar afgeprinte bivakfoto’s naar al je keti’s. Ze kunnen die dan op hun fakeboek posten.

aspi’s-Engel of duivel Voor wie?

Aspi’s die zich voorbereiden op leiderschap en bestaande leidingsploeg

Duur

Van één uur tot een heel jaar

Plaats

Om het even

Materiaal

Woordkaarten met motivaties en twijfels, één invulblad “duivel vs. engel” voor elke deelnemer, rode en groene flapjes of kaartjes

Inleiding

Aspi’s staan op een keerpunt in hun leven: studiekeuzes, leiding worden, volwassen worden, enz. Dat brengt veel vragen met zich mee. Met deze methodiek bieden we hen handvaten en helpen we hen om bewust te kiezen. Hiermee kun je het gesprek opentrekken over hun vragen en bedenkingen. De aspi’s leren bewust keuzes maken en pro’s en contra’s te overwegen.

Via deze methodiek kunnen ook verschillende aspecten van ‘in leiding staan’ verduidelijkt worden en zullen de aspi’s bewuster hun engagement als leiding aangaan of niet.

Voorbereiding

Druk voor elke deelnemer een duivel-engelblad af.

Zet de woordjes op kleine kaartjes en verspreid ze in het lokaal.

Voorzie voor elke deelnemer een rode en een groene flap.

aspi’s-Engel of duivel Uitleg

De aspi’s krijgen een invulblad met een engel en een duivel: de engel staat voor motivaties, de duivel voor angsten of beperkingen.

In de ruimte liggen kaartjes verspreid met woorden. Er zijn ook blanco kaartjes waar aspi’s eigen ervaringen en vragen op mogen schrijven in trefwoorden. Laat hen even rondwandelen en rondkijken.

Vervolgens schrijven ze in elke kolom hun motivatie en angsten, in volgorde van belang. Verplicht hen wel om in elke kolom minstens drie zaken te schrijven. Iemand die het helemaal ziet zitten om leiding te worden en gemotiveerd is, zal ongetwijfeld ook vragen hebben die hij of zij niet onmiddellijk durft te stellen. Op deze manier kan er toch een veilige setting gecreëerd worden om die even te bespreken.

Nadien krijgt iedereen een rode en een groene kaart. Vraag nu aan de aspi’s om iets te vertellen over twee woorden uit hun engel-duiveldocument: een dat hen stimuleert om leiding te worden en een dat ze ervaren als struikelblok. Je mag alleen praten als je een kaart in het midden gooit: rood voor de twijfel, groen voor de positieve. Je mag zelf kiezen wanneer je je kaart in het midden gooit (wil je op iets inpikken, wil je het gesprek weer een positievere wending geven, enz.?). Je mag wel vragen stellen aan iemand die zijn of haar verhaal vertelt, maar om je eigen verhaal te doen, krijg je dus maar twee spreekbeurten.

Extra

Je kunt deze methodiek ook doen: 1. Verspreid over het hele jaar Doe deze methodiek in het begin van het werkjaar een eerste keer. Hou als leiding achteraf de invulpapieren bij.

In de loop van het werkjaar laat je de aspi’s in proefleiding staan, een leidingskring bijwonen, een fuif organiseren, enz.

Halverwege het jaar doe je de gespreksmethodiek opnieuw. Bij de bespreking kun je al eens polsen wie er serieus van gedachten of van motivatie veranderd is.

Na een eerste bespreking neem je hun eerste versie er weer bij. Je kunt nu ook vragen stellen over de verschillen: “Toen zag je schoolwerk als een twijfelfactor, nu niet meer. Hoe komt dat?”

Op bivak kun je hem een derde keer uitvoeren.

2. Of één keer in de loop van het jaar

Dan voer je de werkvorm één keer uit zoals hij uitgelegd is.

aspi’s-Engel of duivel Variatie

➔ Begin een document voor te lezen zonder te zeggen van wie het is, bv.: “We zoeken een persoon die denkt dat hij of zij in de week te veel tijd in de Chiro zal moeten steken.” (Vraag dan uiteraard wel dat de aspi’s hun naam op hun blad schrijven!) In het midden van de kring leg je een voorwerp, zoals een sjaal of een fluitje. Wie een idee heeft van wie het blad is, probeert de sjaal te pakken en het juiste antwoord te geven. Is het juist, dan krijgt die persoon een punt. Is het antwoord fout, dan lees je verder en proberen de aspi’s verder te raden. ➔ Laat de aspi’s per twee hun werkblad aan elkaar voorstellen, en elkaar op die manier raad geven (bijvoorbeeld mee op dropping). ➔ In het midden liggen duiveltjesoren en engelenvleugeltjes. De andere aspi’s mogen reageren in naam van de engel of de duivel, zo weet je ook wie het woord wil wanneer het niet haar of zijn verhaal is. ➔ Je kunt dit ook met je leidingsploeg doen, wanneer je motivatie aan bod wilt laten komen.

MOGELIJKE WOORDENLIJST:

Een oud-leider, steun ouders, vakantiejob, groepsgevoel, werken met jeugd, schoolvrienden, liefje, kampherinnering, Chiromoment:...………………….., studies, werk van de aspifuif, vrienden buiten de Chiro, bijleren binnen de Chiro, veel verantwoordelijkheid, extra Chiroactiviteiten (eetfestijn, fuif, weekend, enz.) zijn er te veel aan, familieverplichtingen op zondag, geen geduld, Chiro is mijn leven, samen pintjes drinken, actief kunnen spelen, ik wil alleen met mijn beste vriend in leiding staan, andere Chirogroepen beter leren kennen, te veel verantwoordelijkheid, weekendwerk (zakgeld nodig), oudere broer/zus, schoolwerk, belangrijk op cv, ik kan geen leid(st)er zijn, ervaring opdoen, enz.

aspi’s-Space Invaders Duur

Iedere avond voor het slapengaan: 20 minuutjes, de eerste avond langer

Plaats

Op een vaste plek, bijvoorbeeld in een titotent

Materiaal

➔ Groot zwartgeschilderd bord (karton), eventueel enkele sterren en planeten ➔ Wijnkurken, voor ieder één ➔ Stiften ➔ Verf ➔ Kaartjes met opdrachten

Inleiding

Space Invaders wil aspi’s ertoe aanzetten stil te staan bij de dynamiek in hun groep en die te versterken. Om de dynamiek meer kracht bij te zetten, krijgt iedereen opdrachten om ook diegenen beter te leren kennen waar ze verder van af staan. Iedere avond bespreken we in groep wat we al dan niet gedaan hebben, of we onze kurk mogen verzetten en een pad stempelen. Op het einde van het kamp is het karton een kunstwerk van lijnen geworden!

De nadruk wordt hier gelegd op hoe goed je elkaar kent. Het is best mogelijk dat iemand niet je beste vriend is, maar dat je hem/haar wel goed kent omdat je naast elkaar woont. Elkaar kennen is iets objectiever dan vriendschap. Denk je dat je ploeg volwassen genoeg is om zichzelf op een bord te plaatsen naargelang hun vriendschap? Dan kan dat heel verrijkend zijn. Goede begeleiding is wel echt belangrijk.

Voorbereiding

Zoek een plek waar je ’s avonds met je aspi’s rustig kunt zitten. Je kunt iedere avond even in de refter gaan zitten, maar neem het bord daarna dan terug mee naar de aspitent of naar je eigen slaapplaats. De andere ploegen hoeven het niet te zien.

Uitleg

1. OPDRACHT VOOR DE PLOEG

Geef je leden een opdracht, zonder al te veel uitleg, en kijk hoe ze dat aanpakken. Wie neemt het voortouw? Wie wacht af? Wie zegt niet veel maar werkt wel actief mee? Wie probeert vals te spelen?

Mogelijke opdracht: heel de ploeg moet over een gespannen touw geraken zonder hulpmiddelen en zonder het touw te raken.

Na de opdracht bespreken we hoe het ging: stel dezelfde vragen als hierboven.

Wie het meest het voortouw nam en aan heel de groep dacht, staat in de volgende stap centraal op het bord.

2. OP HET BORD PLAATSEN

Iedereen krijgt een wijnkurk en een beetje verf van een kleur naar keuze. De kurken kunnen gepersonaliseerd worden met een stift of verf: een eigen gezichtje, een patroon, je naam, enz.

De persoon die het meest de leiding nam in de opdracht wordt centraal geplaatst, dat is het uitgangspunt. Nu plaatsen de anderen zich één voor één rond die persoon: wie hem/haar het beste kent, staat dichtbij, wie hem/haar niet zo goed kent, plaatst zich verder op het bord. Is het jouw beurt om je kurk te plaatsen, kijk dan wie er al staat, wie je wel of niet goed kent en probeer zo te bepalen waar je staat. De anderen mogen zeggen of ze het ermee eens zijn of ze kunnen iets anders suggereren.

Staat iedereen op het bord? Neem dan een beetje verf van jouw kleur en stempel waar je staat. Morgen vertrekken we vanuit die positie.

3. OPDRACHTEN

Iedereen krijgt deze avond een kaartje met een opdracht. Het is de bedoeling dat ze die de volgende dag uitvoeren.

De bedoeling is dat ze contact maken met iemand die ver weg staat. Je mag dan je kurk verplaatsen in de richting van die persoon. Met een beetje verf stempelen we een paadje tot waar we willen staan.

4. DE LAATSTE DAG

De laatste dag krijgt niemand een opdracht. ’s Avonds bespreken we nog eens wie we nu, na het hele kamp, het beste kennen en verplaatsen we ons nog één keer. Het kan zijn dat iedereen op ongeveer dezelfde plaats terechtkomt, maar dat is niet erg, want de weg is belangrijker dan het eindpunt! Staat iedereen op een andere plaats? Fantastisch!

We hebben elkaar dit kamp veel beter leren kennen!

OPDRACHTEN

➔ Breng je platte rust door in het bijzijn van de persoon die het verst van jou staat. ➔ Probeer de drie maaltijden naast iemand te zitten die verder staat dan de vier dichtste. ➔ Bij het volgende spel waarbij je de ploegen zelf mag kiezen, ga je expres niet bij je drie beste vrienden in de ploeg. ➔ Probeer vandaag stiekem een lijstje bij te houden waarop je van alle aspi’s hun naam, de namen van hun broers of zussen en hun lievelingsgerecht schrijft. ➔ Verzamel van alle aspi’s hun verjaardag en leer die van buiten tegen het avondmoment. ➔ Kies iemand die verder staat dan de dichtste vier aspi’s op het spelbord en leg hem of haar vandaag eens extra in de watten. Let wel op: hij of zij mag niet doorhebben van wie de attenties komen. Een onverwacht compliment, een geheim cadeautje, een afwasdienst overnemen, enz. ➔ Schrijf naar de vier aspi’s die het verst van jou staan een briefje met daarin wat je leuk vindt aan hen en wat je altijd al hebt willen weten over hen. Zet zeker je naam onder elk briefje, stuur geen anonieme briefjes! ➔ Maak vandaag een lijst van de aspi’s waarbij je voor elke aspi een kenmerk verzin dat begint met de eerste letter van hun naam. Let wel: het kenmerk moet positief zijn en je moet het kunnen uitleggen. Voorbeeld: vrolijke Victor, grappige Guido, lieve Lander, aangename Anke, meelevende Melissa, enz. ➔ Vertel aan de vijf aspi’s die het verst van jou staan wat je nog gaat doen deze zomer en achterhaal wat zij nog gaan doen. ➔ Maak een lijst waarop je van alle aspi’s hun favoriete geluid en hun minst favoriete vervoersmiddel verzamelt. ➔ Schrijf vandaag een gedicht waarin elke aspi aan bod komt met iets dat hij of zij goed kan. ➔ Maak vandaag een kort stripverhaal waarin de vijf aspi’s die het verst van jou staan samen met jou een avontuur beleven. Laat elke aspi in de strip één van hun talenten of eigenschappen gebruiken om het avontuur te overleven. ➔ Vraag vandaag aan vijf aspi’s wat ze zouden doen als ze de lotto wonnen. ➔ Vraag vandaag aan de vijf aspi’s die het verst van jou staan wie ze graag eens voor één dag zouden zijn en waarom. ➔ Vraag vandaag aan de vier aspi’s die het dichtst bij jou staan wat het grootste geheim is dat zij over jou weten. ➔ Zorg dat je op het einde van de dag uit je hoofd kunt opzeggen wat elke aspi later worden wil.

➔ Vraag aan de vijf aspi’s die het verst van jou staan als welk dier ze zouden willen reïncarneren en waarom. ➔ Zorg ervoor dat de aspi die het verst van jou staat een spel wint dankzij jouw medewerking. ➔ Zorg dat je vandaag in een spel in de ploeg zit bij twee van de vijf dichtste personen. Jij bent een mol en zorgt er onopvallend voor dat de andere ploeg wint. ➔ Zoek vandaag de aspi op die volgens jou het minste van jou weet, vertel hem of haar zoveel mogelijk over de afgelopen 10 jaar van je leven. ➔ Kom vandaag te weten wat het lievelingskledingstuk van elke aspi is. ➔ Vertel vandaag twee verhaaltjes over jezelf. Je mag niet zeggen dat dit voor een opdracht is. Het ene is echt waar, het andere heb je verzonnen. Vanavond vragen we aan de groep welk verhaal volgens hen klopt en welk niet. ➔ De namen van je mede-aspi’s ken je uiteraard al lang, maar tegen vanavond moet je van elke aspi ook hun andere voornamen van buiten kennen. ➔ Vraag aan vijf aspi’s wat de titel van een boek over hun leven zou zijn en waarom. Die aspi’s mogen niet bij de dichtste vier staan.

Tips voor een bezinning op bivak en extra’s Help! Ik moet een bezinning of viering voorbereiden Een bezinning of viering is een dankbaar moment om tot rust te komen en met je afdeling of Chirogroep even stil te staan. Maar hoe begin je eraan? Hieronder geven we je een stappenplan, we noemen dit ‘de methode van het witte blad’.

STAP 1: NEEM EEN WIT BLAD

Neem een groot wit blad of een flap en ga errond zitten voor een korte brainstorm.

liever per afdeling werkt? ➔ een groep die zelf aan het woord wil zijn of een groep die graag iemand anders de leiding ziet nemen? ➔ een groep waar Jezus een plaats krijgt of een groep die het wat anders aanpakt?

STAP 4: MET WIE?

Is de viering iets voor je Chirogroep? Of wil je ook anderen uitnodigen?

Hoe ga je hen uitnodigen?

STAP 2: WAT WILLEN JULLIE VIEREN?

heel

enerzijds

tochten bovenal

rijker goed

verwelkoming solidariteit poten waarbij rechtvaardiger groot geven bivak land openings projecten expressie anderzijds immers erg beslissingen anders-zijn dingen enkel elk probleem maaltijden hele kinderen moeten

acties plaatsje

zoveel

gaan

achter

waar

ploeg

gericht

jij verbondenheid mens wekelijks ieders vorm kinderen ieders lijkt afdeling eilandje zowel chiro bevinden zingen neemt buurt kennen krijgt aandacht eigen bent wereld zien spel chiro

openheid verschillend

samenonze gemeenschap

alle

boeiend

groep

voelen zichzelf begrip

grote maakt

dingen

respect staat erbij

verschrikkelijk poten

mee

gesteund

zoverre land toe groepsvorming gesprekken buitenwereld rondom plezant stap chirowerking expressie bivak

plaats bevinden

samenzijn kun vergelijken gemeenschapsgericht lokalen leert verder inbreng thuiskomen enorm verdraagzaamheid parochie

bloed vinden

leidingsploeg

afdelingen zelfs proberen enerzijds chiro vaste centraal soms

creëert

STAP 3: WIE ZIJN JULLIE?

Je hebt pas iets aan een bezinning of viering als die afgestemd is op de doelgroep: jullie dus. De eerste vraag die je jezelf moet stellen, is: wie zijn wij?

Zijn jullie: ➔ een groep die houdt van tradities of een groep waar het warm water opnieuw uitgevonden kan worden? ➔ een groep die samen bezinningen organiseert of een groep die

STAP 5: KLEED JE VIERING IN

Thema Een thema maakt een viering of bezinning makkelijker voor te bereiden. Je kunt iets kiezen op maat van de kleintjes, je kunt vertrekken vanuit een prentenboek, enz. Kijk eens in de woordenwolk of op chiro.be/spiritkoffer. Je vindt er een pak inspiratie en uitgewerkte voorbeelden. Een grote bron van inspiratie is ook muziek. Zorg wel dat die afgestemd is op de doelgroep: een ribbel heeft niets aan Kings of Leon.

samenzijn

Dikwijls worden vieringen en bezinningen georganiseerd uit gewoonte, omdat het moet. Stel je met het ploegje de vraag: waarom willen we deze viering?

Geen idee? Misschien is het wel om één van de volgende redenen: Kamp: ➔ Blij dat we met zoveel op kamp zijn ➔ Vieren dat het een fijn bivak is ➔ Stilstaan bij wie er niet bij is dit kamp ➔ Afscheid nemen van elkaar, afsluiter van een geweldig jaar ➔ Als sfeermoment

Uitwerking Eens je een thema gekozen hebt, kun je verder brainstormen over de verschillende onderdelen van je bezinning of viering. Bouw op rond een centraal idee of activiteit. De betrokkenheid is altijd hoger in een viering of bezinning als je iets mag doen. Kijk eens bij onze methodieken op chiro.be/spiritkoffer als je niet meteen zelf iets kunt bedenken.

Hou rekening met: ➔ Duur: wil je een korte bezinning of iets langers? In het tweede geval heb je meer teksten, liedjes en activiteiten nodig. ➔ Het aantal personen: is wat je wilt doen haalbaar? Een boek voorlezen kun je immers niet met 50 personen, maar projecteren kan wel. ➔ Welke middelen heb je nodig? Heb je elektriciteit of internet nodig?

Randanimatie ➔ Middelen: Heb je een beamer nodig? Heb je internet nodig?

Moet je eens op bezoek in de bib voor een bepaald boek? ➔ Leidraad: wil je een boekje om te volgen voor de leden? ➔ Aandenken: wil je hen iets meegeven als aandenken aan de viering? Wat? Wie deelt uit? ➔ Muziek: welke muziek wil je? Kan iemand een instrument bespelen? Welke liedjes wil je? Kijk voor inspiratie op onze songlist op chiro.be/spiritkoffer.

STAP 6: WAAR?

Waar wil je de viering of de bezinning laten plaatsvinden?

Buiten of binnen? Wordt het mooi weer?

Tip: Laat de plaats afhangen van het thema. Zorg wel dat het haalbaar blijft.

STAP 7: TAAKVERDELING

➔ Wie doet wat? Wanneer verdelen jullie de taken? Zijn er mensen die goed kunnen voorlezen in jullie groep? Wie spreekt hen aan? ➔ Wie zal de viering of bezinning leiden of aan elkaar praten?

Doen jullie een beroep op iemand extern, spreek dan zeker vooraf eens af om alles te overlopen. Misschien heeft die persoon ook nog tips en suggesties.

Extra Spoor ZeS biedt je naast deze methodieken nog een pak andere inspiratie. ➔ chiro.be/spiritkoffer Hier vind je teksten, methodieken en bezinningen voor je bivak en voor gedurende het jaar. Je kunt er ook zeven methodieken ontlenen voor je kamp, en dat gratis en voor niks! Wees er snel bij, want ze worden tijdens de bivakperiodes vaak uitgeleend. ➔ chiro.be/spoorzes Hier vind je onze spelen voor -12 en +12. Ze dompelen je onder in een andere cultuur of klagen armoede aan. Ideaal als je eens wat méér wilt op je kamp. De +12-spelen zijn helemaal gratis aan te vragen, de -12-spelen kun je gewoon downloaden. Doen!

COLOFON

Dit is een uitgave van Spoor ZeS. Je vindt meer info over onze dienst op chiro.be/spoorzes. Deze methodieken werden gemaakt door Veerle, Elke, Sara, Hans en Emilie van de werkgroep Methodieken. Zin om ons te vervoegen?

Mail naar spoorzes@chiro.be.

Spoor ZeS is dĂŠ Chirodienst voor Zingeving en Solidariteit. Wij maken spelen en methodieken, helemaal op maat van jouw Chirogroep. Ontdek wat we doen op chiro.be/spoorzes en breng ons een bezoekje op facebook.com/spoorzes.

emilie

elke

sara

S e Z r o o p S / e b . o r chi hans

veerle